Locatie: Sankt Johann im Pongau, deelstaat Salzburger Land, Oostenrijk.
Functie: manschappenkamp met de functie van Schattenlager.
Datum ingebruikname: juni 1941.
Nationaliteiten: VS, PL, GB, CAN, ZA, NZL, AUS, F, B, YU, NL, I.
Aantal Nederlandse gevangenen: ongeveer 200.
Datum bevrijding: 8 mei 1945 door Britse parachutisten.
De Wehrmacht begon in maart 1941 met de bouw van het Stalag XVIII-c in Markt Pongau, zoals het huidige St. Johann in Oostenrijk tijdens de oorlogsjaren heette. Het kamp had een capaciteit van 10.000 krijgsgevangenen, maar was nog niet gereed toen de eerste Fransen er in de zomer van 1941 arriveerden. Tot eind 1941 groeide het aantal krijgsgevangenen tot 30.000. Het kamp strekte zich uit langs de rivier Salzach en bestond uit een groot Nordlager en een kleiner Südlager. In het Nordlager verbleven alleen Sovjet-krijgsgevangenen, in het Südlager waren meerdere nationaliteiten vertegenwoordigd. Naast de Fransen arriveerden in 1941 Serven en vanaf 1942 ook Belgen, gevolgd in 1943 door Britten, Italianen en Nederlanders. Het Nordlager bestond uit circa 25 tot 30 barakken. Het Südlager telde ongeveer 8 barakken. Ieder onderkomen kon ruim 250 man huisvesten.
De eerste Nederlandse krijgsgevangenen arriveerden op 17 augustus 1943 in Stalag XVIII-c Markt Pongau na een treinreis van zeventig uur vanuit Stalag IV-b Mühlberg. Het aantal Nederlanders in het kamp liep al snel op tot bijna 200. Het gros van hen vertrok kort daarop naar een van de Arbeitskommandos van Stalag XVIII-a Wolfsberg. Stalag XVIII-c had daarmee voor de Nederlanders het karakter van een Durchgangslager.
Van het voormalige Nordlager is een loods bewaard gebleven op particulier terrein nabij de Industriestrasse in Rheinbach bij St. Johann im Pongau. Op de begraafplaats voor de krijgsgevangenen herinnert een bord aan de hier begraven 3549 Russische militairen. Op de locatie van het voormalige Südlager, het gebied rond de Industriestrasse 23 tot en met 30, bevinden zich tegenwoordig winkels en bedrijven.