Artikel 9 van de Conventie van Genève stelde geestelijke verzorgers vrij van krijgsgevangenschap. ‘De aan de legers verbonden veldpredikers en aalmoezeniers zullen onder alle omstandigheden ontzien en beschermd worden. Indien zij in handen vallen van de vijand vallen, zullen ze niet als krijgsgevangenen worden behandeld.’ In mei 1940 waren er enkele geestelijke verzorgers in krijgsgevangenschap maar zij keerden na enkele weken samen met de rest naar huis terug. Vanaf juli 1940 tot aan het wegvoeren van de beroepsofficieren in mei 1942, was er niets geregeld op het gebied van de geestelijke verzorging van Nederlandse krijgsgevangenen. Het kleine aantal (erewoordweigeraars) was hier debet aan. De geestelijke verzorging werd voor hen verzorgd door priesters en dominees van andere nationaliteiten.
Toen de beroepsofficieren in mei 1942 werden afgevoerd, namen aalmoezenier H.J.J.M. van Straelen en legerpredikant J.H. Groenewegen het initiatief om geestelijke verzorgers beschikbaar te stellen voor de Nederlandse krijgsgevangenen. Na overleg met de Wehrmachtoberpfarrer bij de Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden kregen ze toestemming om één predikant en één aalmoezenier te sturen. Uit de vier vrijwilligers viel de keuze op vlootpredikant J.H. Vaandrager en aalmoezenier W.A.J. van der Maden. Zij vertrokken op 2 juli naar Oflag XIII B Neurenberg-Langwasser, waar vanaf 16 mei 1942 ruim 2000 Nederlandse beroepsofficieren, cadetten en adelborsten waren opgesloten. In weken voor de komst van de geestelijken hadden luitenant-generaal P.J. van Munnekrede (katholieken) en kolonel J.S. Barbas (protestanten) de geestelijke verzorging voor hun rekening genomen.
Het was niet gemakkelijk voor Vaandrager en Van der Maden; zij sliepen in een lazaret dat 800 meter verder lag en telkens moesten zij zich uitvoerig legitimeren bij binnenkomst in het hoofdkamp. Er was steeds een tekort aan kerkboekjes en ruimtes om de dienst te leiden. Alleen een Heilige Mis op zondag was toegestaan. Van der Maden trok zich hier weinig van aan: hij droeg elke dag in de verbandkamer van het Revier (ziekenzaal) de Heilige Mis op. Ook vond er elke dag een dagsluiting plaats. De katholieke Van der Maden had zich zo ingesteld op het ‘protestantse’ bidden, dat hij het volgens de officieren op het laatst beter deed van de dominee zelf.
Na de overplaatsing van de officieren in augustus 1942 naar Stalag 371 Stanislau, werd het contact tussen de herders en hun schapen veel intensiever. Beide geestelijken hadden een kamer in het hoofdgebouw en maakten deel uit van de gemeenschap. De tekorten aan miswijn, hosties en kaarsen loste Van der Maden op door contact met een plaatselijke geestelijke in Neurenberg en later een Poolse pastoor in Stanislau. Tijdens de diensten wist Vaandrager in zijn preek steeds op geraffineerde wijze de juiste woorden te vinden om heimelijk zijn trouw aan het Koninklijk Huis te uiten, ondanks een verbod van de Duitsers.
Vaandrager en Van der Maden bleven bij de beroepsofficieren tot aan het einde van de oorlog. Een roulatiesysteem zoals dat bij de artsen en verplegers gebruikelijk was, kwam nog niet van de grond. Vanaf mei 1943 werden grote groepen militairen opgeroepen zich te melden in Amersfoort om in krijgsgevangenschap te worden afgevoerd. Bij de groep reserveofficieren die in juni 1943 naar Oflag XXI C/H Schildberg werden afgevoerd, bevonden zich dominee A.W.J. Nijenhuis en aalmoezenier A.B.A.M. Stulemeijer. Tijdens de viering van de verjaardag van prins Bernhard op 29 juni 1943 hield Nijenhuis een Oranjegezinde toespraak, hetgeen de Duitsers niet zinde. Als reactie hierop stuurden zij hem, samen met Stulemeijer, terug naar Nederland. Hun opvolgers waren dominee A.W. Brink en aalmoezenier S.J. Morel.
Naar aanleiding van de grote groepen militairen die vanaf mei 1943 naar Stalag XI A Altengrabow en vanaf juli 1943 naar Stalag IV B Mühlberg werden gestuurd, gaven de Duitsers toestemming om extra aalmoezeniers en veldpredikers te sturen. Op 7 oktober 1943 vertrokken dominee A.T.W. de Kluis en aalmoezenier W.G.H. Voesten naar Stalag IV B Mühlberg, waar beiden tot aan het einde van de oorlog bleven. In de loop van de tijd werd het duidelijk, dat de kampen Stalag XI A Altengrabow en Stalag IV B Mühlberg slechts dienden als Durchgangslager (doorgangskamp), zeker voor de manschappen. De soldaten en korporaals werden na een korte tijd overgeplaatst naar een van de duizenden Arbeitskommandos die verspreid lagen over het Derde Rijk. Een Arbeitskommando kon een grote fabriek zijn waar duizenden krijgsgevangenen werkten maar kon ook een boer of een bakker zijn, waar slechts enkele krijgsgevangenen werkzaam waren. De manschappen verdwenen dus uit de kampen en kwamen terecht tussen de Duitse bevolking, waarbij een Stalag in de buurt het administratieve beheer voerde over hen. Ook konden de manschappen terecht in dit Stalag voor medische zorg en kwamen ook hier hun pakketten en brieven aan, voordat zij verdeeld werden over de Arbeistkommandos.
Ook voor deze manschappen was er geestelijke verzorging nodig en moesten er dus meer aalmoezeniers en veldpredikers komen. Bij het eerstvolgende transport uit Amersfoort op 7 januari 1944 bleken er alleen drie aalmoezeniers te zijn, de veldpredikers ontbraken. Bij de aankomst in Mühlberg verbaasde De Kluis zich erover, dat er geen veldpredikers bij waren. ‘Ik vraag aan de aalmoezeniers hoe dat komt. “Men was niet klaar.” Maar wij waren toch met ver over de honderd veldpredikers in ’39-’40. Waar blijven die dan…?’ Enige tijd later werd de scheve verhouding rechtgetrokken en vertrokken er nog drie aalmoezeniers en negen veldpredikers vrijwillig in krijgsgevangenschap. Daarmee waren de meeste kampen waar zich Nederlandse krijgsgevangenen bevonden voorzien. Alleen de Stalags in Stargard (II D), Fürstenberg (III B), Trier (XII D) en Wolfsberg (XVIII A) bleven verstoken van geestelijke verzorging door een landgenoot.
Het werk was niet gemakkelijk voor de aalmoezeniers en veldpredikers, vaak was het behelpen en improviseren. In de grote kampen konden ze hun ‘schapen’ makkelijk bereiken. In de Arbeitskommandos was dat heel anders. Hier moesten de geestelijken veel reizen om hun ‘kudde’ te bereiken. Pater A. Mulders in Stalag XI B Fallingbostel had 659 man onder zijn hoede die verspreid waren over 19 Arbeitskommandos in een gebied half zo groot als Nederland. Hij deed er een maand over om ze per trein en fiets allemaal te bezoeken. De uitdaging voor kapelaan C. Baas was ook groot: hij had de zielzorg over 1000 man, verspreid over 65 Arbeitskommandos tussen Leipzig en Dresden.
Ne een moeizame start leverden vanaf begin 1944 geestelijke zorg aan bijna alle Nederlandse krijgsgevangenen. Zij ondervonden vele problemen maar wisten deze met de nodige creativiteit op te lossen. Vele krijgsgevangenen vonden houvast, troost en verlichting in het geloof in de onzekere en zware tijden. De zielzorg van de aalmoezeniers en veldpredikers strekte zich uit van het bieden van een luisterend oor, het voorgaan in de diensten, de doop en het toedienen van de laatste sacramenten en de laatste eer aan militairen die door ziekte of oorlogsgeweld om het leven waren gekomen.
Naam | Tussenvoegsel | Voornamen | Kgf-nummer | Kgf-nummer 2 | Rang | Kamp1 | Kamp1 datum | Kamp2 | Kamp2datum | Kamp3 | Kamp3datum | Kamp4 | Kamp4datum | Kamp5 | Kamp5datum | Kamp6 | Kamp6datum |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baas | Cornelis | 98948 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 03-03-1944 | Stalag IV G Oschatz | Stalag IV A Hohnstein | 13-06-1944 | ||||||||
Boeft | den | Floris Adriaan | 98839 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 30-01-1944 | Stalag IV C Wistritz | 16-02-1944 | ||||||||
Boer | de | Jan | 271175 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 21-05-1944 | Stalag 369 Kobierzyn | 25-05-1944 | Stalag IV B Mühlberg | 13-08-1944 | ||||||
Brink | Abraham Willem | 7672 | 0 | Majoor Veldprediker | Oflag XXI C/H Schildberg | 25-06-1943 | Oflag XXI C/Z Grne bei Lissa | 08-12-1943 | Res. Laz. Wollstein | 13-04-1944 | |||||||
Bronsgeest | Johannes | 271259 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 09-06-1944 | Stalag IV D Torgau | ||||||||||
Elgersma | Ulbe | 271176 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 21-05-1944 | Stalag V A Ludwigsburg | ||||||||||
Garderen | van | Bruinis Johan | 271411 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 21-07-1944 | Stalag 369 Kobierzyn | 28-07-1944 | Stalag IV B Mühlberg | |||||||
Ginkel | van | Bartholomeus | 271093 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 29-04-1944 | Oflag XXI C/Z Grne bei Lissa | 05-05-1944 | Stalag XI A Altengrabow | 29-11-1944 | ||||||
Hoekzema | Willem Engelbert Michael | 271257 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 09-06-1944 | Stalag IV G Oschatz | 12-06-1944 | |||||||||
Kluis | de | Aalbert Teunis Willem | 98491 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 09-10-1943 | Bevrijd door de Russen | 23-04-1945 | ||||||||
Maden | van der | Willem Antonius Josephus | 32036 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Oflag XIII B Neurenberg-Langwasser | 03-07-1942 | Stalag 371 Stanislau | 08-08-1942 | Oflag 67 Neubrandenburg | 17-01-1944 | Bevrijd door de Russen | 28-04-1945 | ||||
Morel | Stefanus Jan | 7671 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Oflag XXI C/H Schildberg | 19-07-1943 | Oflag XXI C/Z Grne bei Lissa | 08-12-1943 | Stalag VIII C Sagan | 26-01-1945 | Stalag IV B Mühlberg | 04-02-1945 | Oflag 67 Neubrandenburg | 17-02-1945 | Bevrijd door de Russen | 28-04-1945 | |
Mulders | A.M.W. | 98949 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 03-03-1944 | |||||||||||
Nijenhuis | Ds Anne Wietse Tjeerd | 7543 | 0 | Majoor Veldprediker | Oflag XXI C/H Schildberg | 09-06-1944 | Terug naar NL | 15-07-1943 | |||||||||
Peters | Jelis Antonie P. | 271258 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 09-06-1944 | Stalag XI B Fallingbostel | 12-06-1944 | |||||||||
Sain | de | Joannes F.M. | 98712 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 09-01-1944 | Stalag IV C Wistritz | <19-12-1944 | ||||||||
Stulemeijer | Adrianus Bernardus Antonius Maria | 7592 | 98711 | Majoor Aalmoezenier | Oflag XXI C/H Schildberg | 25-06-1943 | Terug naar NL | 15-07-1943 | Stalag IV B Mühlberg | 09-01-1944 | Stalag XI A Altengrabow | 13-01-1944 | |||||
Terlaak Poot | Laurens Dirk | 271380 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 30-06-1944 | Ilag VII Tittmoning | 05-07-1944 | Bevrijd door de Amerikanen | 04-05-1945 | |||||||
Vaandrager | Jan H. | 32043 | 0 | Vlootpredikant | Oflag XIII B Neurenberg-Langwasser | 03-07-1942 | Stalag 371 Stanislau | 08-08-1942 | Oflag 67 Neubrandenburg | 17-01-1944 | Bevrijd door de Russen | 28-04-1945 | |||||
Vliet | van de | Franciscus Petrus Marie | 98710 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 09-01-1944 | Stalag V A Ludwigsburg | 11-01-1944 | ||||||||
Voesten | Wilhelmus Gerardus Hubertus (Willem) | 98489 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 09-10-1943 | Bevrijd door de Russen | 23-04-1945 | |||||||||
Vos de Wael | Ludovicus Maria Richmondus | 271379 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 30-06-1944 | Ilag VII Tittmoning | 05-07-1944 | Bevrijd door de Amerikanen | 04-05-1945 | |||||||
Waard | de | Jacob | 271174 | 0 | Majoor Veldprediker | Stalag IV B Mühlberg | 21-05-1944 | Stalag IV A Hohnstein | |||||||||
Weemaes | Karel | 271177 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 21-05-1944 | Stalag IV D Torgau | ||||||||||
Wilmink | Bernardus Johannes | 98947 | 0 | Majoor Aalmoezenier | Stalag IV B Mühlberg | 03-03-1944 | Stalag IV A Hohnstein | 06-03-1944 |