Locatie: Tittmoning, deelstaat Beieren, Duitsland.

Functie: interneringskamp met later de functie van officierskamp.

Datum ingebruikname: eind 1942.

Nationaliteiten: VS, NL.

Aantal Nederlandse gevangenen: ongeveer 350.

Datum bevrijding: 4 mei 1945 door Amerikaanse troepen.

De middeleeuwse burcht in het Beierse stadje Tittmoning kreeg in 1942 de functie van Interniertenlager als subkamp van het Oflag VII-c. Begin juni 1944 opende zij haar eeuwenoude poort voor driehonderd, meest oudere, Nederlandse hoofdofficieren. Zij waren afkomstig uit het overvolle Oflag 67 in Neubrandenburg. Tittmoning lag niet zo ver van de Zwitserse grens, maar de Duitsers beschouwden de oudere en niet al te vitale officieren niet als vluchtgevaarlijk. De burcht bestond uit een reeks aan elkaar geschakelde hoge gebouwen met een kleine binnenplaats. Elk gebouw droeg een naam die verwees naar de oorspronkelijke functie, zoals Getreidekasten (opslag van graan), Kavalierstock (ridderzaal) en Küchenstock (keukengebouw). Aan de buitenzijde van de gebouwen, gestut door imposante steunberen, bevonden zich nagenoeg geen ramen. Slechts aan één zijde van de burcht was er een smal terras, afgezet met prikkeldraad, waar de gevangenen konden luchten. In de tijd dat de Nederlanders er verbleven, waren zij de enigen. In januari 1945 werd het contingent versterkt met twee bijzondere officieren: de kapiteins Van den Heuvel en Van den Wall Bake. Zij waren in Neubrandenburg het brein waren achter de vele ontsnappingspogingen. Door hen in Tittmoning bij de ‘oudjes’ te zetten, hoopte de kampleiding de vluchtorganisatie in Oflag 67 te hebben geneutraliseerd. Van den Wall Bake schreef er begin 1945 over aan zijn echtgenote: “Ze wilden me daar kwijt, allà, ik beschouw het als een onderscheiding, en ‘t zal waarachtig wel gaan!”

De burcht heeft tegenwoordig de functie van Heimatmuseum. Een klein bordje bij de ingang herinnert aan het voormalige gebruik als krijgsgevangenkamp.