Locatie: Bocholt, deelstaat Noordrijn-Westfalen, Duitsland.

Functie: manschappenkamp. Tijdens de aanval tegen het westen in 1940 had dit kamp de functie van Dulag.

Datum ingebruikname: 3 oktober 1939.

Nationaliteiten: F, B, PL, YU, SU, I, GB, VS, NL.

Aantal Nederlandse gevangenen: minstens 50 (na 1943).

Datum bevrijding: 30 maart 1945 door Britse troepen.

In 1935 stelde de stad Bocholt een perceel beschikbaar als onderkomen voor de Sturmabteilung (SA). Drie jaar later droeg de SA het terrein over aan de Wehrmacht die het aanvankelijk voor opleidingsdoeleinden ging gebruiken. Vanaf 1940 kreeg het perceel de bestemming van krijgsgevangenkamp. De infrastructuur bestond toen uit een aantal houten gebouwen rondom een appelplaats. In de meidagen van 1940 fungeerde Stalag VI-f Bocholt als Dulag voor duizenden Nederlandse krijgsgevangenen die uiteindelijk in Stalag II-a, II-d, III-a of XI-a terecht zouden komen. In 1941 breidde het kamp aan de noordzijde uit met zestien barakken.

In de periode van november 1944 tot en met maart 1945 passeerde nogmaals een klein aantal Nederlandse krijgsgevangenen Stalag VI-f Bocholt, ditmaal op doorreis naar Stalag XI-b Fallingbostel en uiteindelijk Stalag IV-b Mühlberg. Het waren de laatste Nederlandse krijgsgevangenen die naar Duitsland werden afgevoerd. Sommigen werden nog geregistreerd, anderen kregen helemaal geen gevangennummer meer.

Na de oorlog deed het kamp in 1946 dienst als krijgsgevangenkamp voor Esten, Letten, Litouwers, Joegoslaven, Polen en Oekraïeners die lid waren geweest van de Wehrmacht. Een jaar later was het een doorgangskamp voor Joden op weg naar Israël. In 1948 ten slotte, deed het dienst als kamp voor displaced persons uit de Baltische staten, Oekraïne en Joegoslavië.

Op de plaats van het voormalige kamp, nu een bosperceel gelegen tussen de spoorbaan, de Am Ziegelofen en de Wiener Allee te Bocholt, bevinden zich twee gedenkstenen die in 1987 zijn opgericht en die aan de geschiedenis van dit Stammlager herinneren.