Locatie: Lienz, deelstaat Tirol, Oostenrijk.

Functie: officierskamp.

Datum ingebruikname: 16 oktober 1939.

Nationaliteiten: B, FR, PL, NL.

Aantal Nederlandse gevangenen: 6.

Datum bevrijding: eind september 1944 werd het kamp gesloten en de aanwezige Franse officieren overgeplaatst.

Het uit ongeveer dertig barakken bestaande Oflag XVIII-a Lienz bevond zich in Grafenanger, het noordoostelijke deel van Lienz, nabij de huidige Franz-Josephkazerne. In negen barakken woonden de krijgsgevangen officieren, één barak was voor de oppassers en in twee kruisvormige gebouwen huisden de kampadministratie, kantine, post en het lazaret. Onduidelijk is waarvoor de overige barakken in het kamp dienden. Voor de Lagerkommandantur en de verblijven van de bewakers werd een kazerne in de stad gebruikt. De eerste bewoners die in het najaar van 1939 arriveerden bestond uit een groep van circa 1000 Poolse officieren. In augustus 1940 kwamen er ook Franse officieren in het kamp. Na het vertrek van de Polen verbleef de groep Winkelman van april tot juli 1942 in Oflag XVIII-a. Buiten de Nederlandse generaals en één Belg waren de Fransen de enige krijgsgevangenen van Oflag XVIII-a.

Over de korte tijd dat de Nederlandse generaals in Lienz verbleven is weinig bekend. Al relatief snel, in juli 1942, werden ze wegens ‘recalcitrant gedrag’ overgeplaatst naar Oflag XXI-c in Schokken, het huidige Skoki in Polen. De Nederlanders hadden de Franse officieren aangespoord geen gehoor te geven aan het Duitse verzoek om werkzaamheden op het land te verrichten. In juni 1943 verlegden de Duitsers het goed functionerende Oflag XVIII-a in Lienz naar Wagna, een klein plaatsje onder Graz, aan de Sloveens-Hongaarse grens. De reden waarom dit gebeurde is onduidelijk.

Na de oorlog is het barakkenkamp gesloopt om plaats te maken voor woningen. De nabijgelegen Franz-Josephkazerne is nog in gebruik bij het Oostenrijkse leger.