Locatie: Eisenhüttenstadt, deelstaat Brandenburg, Duitsland.

Functie: manschappenkamp.

Datum ingebruikname: 26 augustus 1939 als Dulag, vanaf 6 december 1939 als Stalag III-b.

Nationaliteiten: VS, F, SU, YU, NL, I, B, PL, GB, CS.

Aantal Nederlandse gevangenen: circa 100 (vanaf 1943).

Datum bevrijding: begin februari 1945 ontruimden de Duitsers het kamp.

Op 23 september 1939 werd een terrein met een lengte van 2 kilometer en een breedte van 500-700 meter door de commandant van Dulag D in Amtitz bij Guben ten zuiden van Eisenhüttenstadt bezocht. Vanaf oktober 1939 werd begonnen met de bouw. Door allerlei vertragingen leverden Franse gevangenen pas in de tweede helft van 1940 de laatste gevangenenbarakken op. Conform de blauwdruk kende ook Stalag III-b een capaciteit van 10.000 krijgsgevangenen. In 1940 verbleven er ongeveer 3500 Nederlanders.

De meeste krijgsgevangenen verbleven slechts een paar dagen of weken in het kamp voor ze doorgingen naar een Arbeitskommando. Alleen diegenen die in de directe omgeving van het kamp werkten en de niet-werkende onderofficieren, vonden er voor langere tijd onderdak. Het kamp was daarom meestal slechts voor de helft gevuld met vooral Franse, Joegoslavische, Russische, Italiaanse en Amerikaanse krijgsgevangenen. De joodse krijgsgevangenen onder hen waren – conform voorschrift – in een afzonderlijke barak ondergebracht

Op 29 juni 1943 vertrokken honderd Nederlanders, met onder hen zeventig onderofficieren, uit Stalag XI-a Altengrabow naar het Arbeitskommando Greibensee. Administratief vielen ze voortaan onder Stalag III-b Fürstenberg. In oktober 1944 kwam een nieuwe groep Nederlandse krijgsgevangenen in het eigenlijke kamp aan. Het betrof acht Nederlandse officieren. Zij hadden zich na Dolle Dinsdag begin september 1944 vrijwillig in Amersfoort gemeld en waren eerst naar Stalag IV-b Mühlberg afgevoerd. Wat de reden van hun aanmelding en transport naar Stalag III-b was, is onduidelijk.

Begin februari 1945 evacueerden de Duitsers het kamp. De krijgsgevangenen maakten vervolgens onder zware omstandigheden een zevendaagse mars naar Stalag III-a Luckenwalde. Kort na de oorlog, in 1947-1948, zijn de gebouwen van het krijgsgevangenkamp bij Eisenhüttenstadt tot op de funderingen gesloopt.

Alleen de barakken van het Duitse wachtpersoneel zijn gespaard gebleven. Het terrein van het voormalige krijgsgevangenkamp en de daarbij behorende begraafplaats maken tegenwoordig deel uit van een hoogoven- en staalfabriek.